Home » Nieuws & achtergrond » Aansprakelijkheid van een vereffenaar inzake een nalatenschap

Aansprakelijkheid van een vereffenaar inzake een nalatenschap

28 oktober 2020

Algemeen bekend is dat een nalatenschap kan worden verworpen, of aanvaard. Bij aanvaarding kan er zuiver worden aanvaard of onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiair). In geval van zuivere aanvaarding kan het privé vermogen van een erfgenaam worden aangesproken ter betaling van de schulden van de nalatenschap. In geval van beneficiaire aanvaarding in beginsel niet.

 

Indien één of meer erfgenamen de nalatenschap beneficiair aanvaarden, dient de nalatenschap te worden vereffend en maakt dat alle erfgenamen vereffenaar zijn (art. 4:195 BW). Een vereffenaar dient op grond van art 4:211 BW de nalatenschap als een goed vereffenaar te beheren en te vereffenen. Een vereffenaar schiet verwijtbaar tekort als de taken zoals omschreven in afdeling 4.6.3 van het Burgerlijk Wetboek niet (juist) worden uitgevoerd. Hieronder vallen onder andere het met bekwame spoed opmaken van een boedelbeschrijving, waarin de schulden van de nalatenschap zijn opgenomen en het oproepen van schuldeisers.

 

In de wet zijn uitzonderingssituaties opgenomen waarin de vereffenaar toch met zijn privé vermogen schulden van de nalatenschap dient te voldoen. Dit artikel besteedt aandacht aan deze situaties en de aansprakelijkheid van de vereffenaar in het algemeen. Ter illustratie wordt een recente uitspraak van de kantonrechter te Den Haag aangehaald waarin het mis ging voor de vereffenaar.

" In de wet zijn uitzonderingssituaties opgenomen waarin de vereffenaar toch met zijn privé vermogen schulden van de nalatenschap dient te voldoen"

Betaling schuld ten laste van het overige vermogen

De erfgenaam die beneficiair heeft aanvaard behoeft de schulden niet te voldoen uit zijn eigen vermogen, maar uit de nalatenschap. Daarmee wordt duidelijk dat de vereffenaar dus zelf de beurs niet hoeft te trekken voor de betaling van de schulden van de erflater

De verplichting tot betaling van een schuld van de nalatenschap met het privé vermogen bestaat ondanks beneficiaire aanvaarding indien het een erfgenaam kan worden verweten dat hij de betaling van een vordering verhindert én dat hem daarvan een verwijt kan worden gemaakt (art. 4:184 lid 2 sub b).

Deze verplichting bestaat ook indien de vereffenaar opzettelijk goederen van de nalatenschap zoek maakt, verbergt of op andere wijze aan het verhaal van de schuldeisers onttrekt (art. 4:184 lid 2 sub c).

Om het rijtje af te maken bepaalt de wet in art. 4:184 lid 2 sub d dat de vereffenaar die in zijn taken als zodanig ernstig tekortschiet en daarvan een verwijt kan worden gemaakt ook aansprakelijk is in voornoemde zin. Een dergelijke situatie was aan de orde in de hieronder te bespreken uitspraak van de kantonrechter.

Belangrijk om te vermelden is, dat indien een erfgenaam zich al schuldig heeft gemaakt aan de (bewuste) verhindering van de betaling van een vordering en/of de erfgenaam die goederen van de nalatenschap aan verhaal van de schuldeiser onttrekt, zijn hachje niet kan redden door alsnog over te gaan tot verwerping van de nalatenschap. In dat geval is een (voormalig) erfgenaam alsnog met zijn gehele vermogen aansprakelijk.

 

Verhindering betaling schuld

De kantonrechter te Den Haag heeft bij vonnis van 4 augustus 2020 (ECLI:NL:RBDHA:2020:10223) onder meer uitspraak gedaan met betrekking tot de vraag of een vereffenaar de uitvaartkosten met zijn privé vermogen diende te voldoen. Uit de door de kantonrechter in aanmerking genomen feiten kan worden afgeleid dat de kosten van de uitvaart niet voldaan zijn door de vereffenaar. Daartoe was niet redengevend dat na deze uitvaart duidelijk werd dat erflater geen uitvaart wenste, maar zijn ontzielde lichaam ter beschikking wilde stellen aan de wetenschap. De reden was eenvoudiger: er was geen geld meer. En die conclusie was op zijn minst opvallend omdat er wel een uitkering had plaatsgevonden uit hoofde van een begrafenisverzekering aan een ander dan de vereffenaar.

De kantonrechter overwoog in verband met de gevorderde betaling van deze kosten het volgende:

Op een vereffenaar rust de plicht om schulden van de nalatenschap, zoals kosten van lijkbezorging, te voldoen. Voor kosten van lijkbezorging geldt daarbij dat deze kosten met voorrang boven andere schulden moeten worden voldaan. Voor zover de nalatenschap niet groot genoeg was, had hij de kosten van de crematie in mindering moeten brengen op de uitkering van de verzekeringspolis. De uitkering van een dergelijke polis moet op grond van artikel 4:126 lid 2 sub b BW namelijk worden aangemerkt als een legaat (zie HR 17 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3643) en de vereffenaar is op grond van artikel 4:120 lid 1 BW verplicht om schulden van de nalatenschap uit een legaat pas te voldoen indien alle andere schulden van de nalatenschap daaruit ten volle kunnen worden voldaan. Dat de vereffenaar niet zelf de begunstigde was van de verzekeringspolis, maar zijn vader, maakt dit niet anders. Van de crematiekosten was de vereffenaar op de hoogte en hij heeft ter zitting verklaard dat de omvang van de nalatenschap toereikend was om de crematiekosten van te betalen. De vereffenaar heeft er echter bewust voor gekozen om deze niet te voldoen. Naar het oordeel van de kantonrechter is [gedaagde in vrijwaring] daarmee verwijtbaar in ernstige mate tekortgeschoten in de vervulling van zijn verplichtingen als vereffenaar.

Een vereffenaar kan lering uit deze uitspraak trekken door voor ogen te houden dat de rangorde van schulden juist in acht dient te worden genomen. Ter zake stelt de kantonrechter terecht dat de kosten van de uitvaart met voorrang boven andere schulden moeten worden voldaan. Dit volgt uit art. 4:7 lid 2 BW. De vereffenaar had in dit geval eerst een legaat uitgekeerd, terwijl dit legaat had moeten worden aangewend ter betaling van de kosten. Deze verkeerde volgorde komt de vereffenaar duur te staan.

Het bewust niet betalen van schulden, terwijl de omvang van een nalatenschap toereikend is om een dergelijke schuld te kunnen voldoen, kan dus leiden tot de slotsom dat de vereffenaar in ernstige mate tekortschiet in de vervulling van zijn verplichtingen. De kosten van de uitvaart moesten dus door de vereffenaar zelf, dat wil zeggen uit zijn 'overige' vermogen, betaald worden.

De praktijk

Uit de erfrechtelijke praktijk blijkt dat voornamelijk erfgenaam-vereffenaars niet bekend zijn met de wettelijke bepalingen ter zake de vereffening van een nalatenschap, maar wel bekend zijn met het gevaar van aansprakelijkheid met het privé vermogen in het geval de vereffening niet juist verloopt. Die onbekendheid met rechten en plichten kan worden verholpen door het raadplegen van een erfrechtspecialist. Daarnaast kan het in een dergelijk geval aanbeveling verdienen om door de rechtbank een professionele vereffenaar te laten benoemen. Van een professional kunt u verwachten dat deze zelfs een complexe nalatenschap juist vereffent en daarmee de klus voor de erfgenamen klaart. Ook de vereffening van een minder complexe nalatenschap kan een vereffenaar tot wanhoop drijven uiteraard.

Heeft u vragen over uw rol als vereffenaar en/of ervaart u problemen bij de vereffening van een nalatenschap? In dat geval is mr. E.J. Luursema als erfrechtspecialist u graag van dienst. Laat hiernaast uw telefoonnummer achter, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

Heeft u vragen na het lezen?

Wij bellen u graag terug.

Erfrecht: een luisterend oor, een zakelijke aanpak

Elk overlijden gaat gepaard met emoties. Er komt regelmatig 'oud zeer' naar boven. Lukt het niet de nalatenschap af te wikkelen? Dan kan de notaris of een van de erfgenamen erfrechtadvocaat Erik Luursema inschakelen...

Erfrecht

EHBO voor de executeur

Het zal je maar overkomen: je bent blijkens een testament benoemd tot executeur. Voor slechts enkelen zal een dergelijke taak gesneden koek zijn. Met dit artikel wordt aan de executeur Eerste Hulp Bij Overlijden...

Artikel