Home » Nieuws & achtergrond » Verplichting tot verkoop in kort geding in de praktijk

Verplichting tot verkoop in kort geding in de praktijk

27 juni 2023

Met het arrest van de Hoge Raad van 31 maart 2023 is duidelijkheid geworden dat een vordering tot het (meewerken aan) verdelen van een woning in kort geding mogelijk is. Mijn collega mr. S.M. Wolfert heeft dat arrest in haar eerdere artikel al besproken.

 

De voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft vonnis in kort geding gewezen, waarbij het arrest van de Hoge Raad is aangehaald. Tijd om stil te staan bij de relevantie van het arrest van de Hoge Raad in de praktijk.

"Wanneer deelgenoten het niet met elkaar eens zijn, kan dat aan de rechter worden voorgelegd met een vordering tot verdeling."

Het arrest van de Hoge Raad

Susanne Wolfert besprak eerder al de inhoud van het arrest van de Hoge Raad. Daaruit volgt dat er sprake is van een gemeenschap wanneer meerdere personen, die deelgenoten worden genoemd, aanspraak kunnen maken op hetgeen zich in de gemeenschap bevindt. Een bekend voorbeeld van een gemeenschap is een gemeenschap van goederen bij een huwelijk, of een erfenis met meerdere erfgenamen.

Deelgenoten hebben gelijke aanspraken op een gemeenschap. Daarom is voor al het handelen met betrekking tot de gemeenschap nodig dat de deelgenoten het met elkaar eens zijn en zij allemaal hun medewerking verlenen aan de verdeling ervan. Wanneer deelgenoten het niet met elkaar eens zijn, kan dat aan de rechter worden voorgelegd met een vordering tot verdeling. Een voorbeeld van een vordering tot verdeling is de verkoop van een woning die in de nalatenschap valt. 

Voor het arrest van de Hoge Raad werd aangenomen dat een vordering tot verdeling slechts in een bodemprocedure kon worden ingesteld en niet in kort geding. Daarbij werd gedacht dat een vordering tot verdeling een definitief karakter kent, zodat het om die reden geen plaats heeft in kort geding. 

De Hoge Raad heeft nu uitgesproken dat een vordering tot verdeling ook in kort geding kan worden ingesteld en dat van een definitief karakter geen sprake is. Immers, na kort geding bestaat nog altijd de mogelijkheid tot het starten van een bodemprocedure. Dat de woning op dat moment mogelijk vanwege het kort geding al verkocht is, maakt dat niet anders. 

Vanwege het arrest is het dus mogelijk een vordering tot verdeling in kort geding in te stellen, zo ook aan de orde is geweest in de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

 

Waar draait het om?

Erflaatster is overleden en laat meerdere erfgenamen achter. Het vermogen van erflaatster zoals dat op het moment van haar overlijden is geweest, haar nalatenschap, is een gemeenschap. De erfgenamen hebben daarop een aanspraak en zijn om die reden deelgenoten in de nalatenschap. 

Onderdeel van het vermogen van erflaatster, en daarmee ook de gemeenschap, is een woning. Deze woning is naast het bedrijf van drie van de erfgenamen gelegen. Deze erfgenamen willen de woning graag overnemen, zodat de woning is getaxeerd. De taxatiewaarde is € 390.000,--, waarna de erfgenamen A, B en C een bod hebben gedaan van € 400.000,--. 

Dit bod wordt door de erfgenamen D, E en F geweigerd. Zij hebben zelf een makelaar ingeschakeld, die aangeeft dat een vraagprijs van € 495.000,-- meer passend is voor de betreffende woning. Van een taxatie lijkt echter geen sprake. Namens erfgenamen A, B en C wordt nog wel voorgesteld dat de woning door hen wordt overgenomen voor een bedrag tussen € 425.000,-- en € 450.000,--, maar ook daarmee wordt door D, E en F niet ingestemd.

Erfgenamen D en E, die dus hebben geweigerd dat de woning door erfgenamen A, B en C wordt overgenomen voor het bod dat door hen is gedaan, starten vervolgens een procedure in kort geding. Daarin wordt gevorderd dat de andere erfgenomen hun medewerking verlenen aan de verkoop van de woning, door een bemiddelingsopdracht te verstrekken aan de makelaar die eerder door D, E en F benaderd is geweest.

 

Wat oordeelt de voorzieningenrechter?

Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad, oordeelt de voorzieningenrechter het in kort geding mogelijk is medewerking aan verdeling van de nalatenschap te vorderen, ook als het om een manier van verdeling als bedoeld in artikel 3:185 lid 2 onder c BW gaat.

Toch worden de vorderingen in kort geding afgewezen omdat nog niet tot een verdeling van de nalatenschap kan worden gekomen. Daarvoor is van belang dat de nalatenschap eerst nog wordt vereffend, waarmee wordt bedoeld dat alle schuldeisers van de nalatenschap moeten zijn betaald voordat hetgeen overblijft onder de erfgenamen kan worden verdeeld. 

De voorzieningenrechter geeft aan dat een uitzondering mogelijk is, wanneer blijkt dat de woning moet worden verkocht om de schuldeisers te kunnen betalen. In dat geval kan de vordering ook worden ingesteld, maar dan in het kader van de vereffening. Echter, is door de eisende erfgenamen niet aangetoond dat de woning moet worden verkocht om de schulden van de nalatenschap te kunnen voldoen. 

Afsluitend overweegt de voorzieningenrechter nog dat van een spoedeisend belang geen sprake is. Een spoedeisend belang is wel nodig om een procedure in kort geding te kunnen starten. Het spoedeisend belang ontbreekt in dit geval, nu het juist door de eisende erfgenamen zo lijkt te zijn dat de woning nog niet is verkocht. Zij weigeren immers in te stemmen met het alleszins redelijke bod van erfgenamen A, B en C.

 

Afsluitend

De voorzieningenrechter overweegt, in navolging van de Hoge Raad, dat een vordering tot verdeling in kort geding mogelijk is. Daarmee is men er nog niet. Er moet blijken dat de vereffening van de nalatenschap is afgerond, dan wel dat de woning moet worden verkocht om de schuldeisers van de nalatenschap te kunnen betalen in het kader van vereffening. Verder moet, zoals gebruikelijk, sprake zijn van een spoedeisend belang bij verkoop van de woning.

Komt u er niet uit met de andere erfgenamen, of heeft u vragen over de verkoop van een woning in een nalatenschap? Laat u dan informeren door een van onze erfrechtadvocaten.

Heeft u vragen na het lezen?

Wij bellen u graag terug.

Erfrecht: een luisterend oor, een zakelijke aanpak

Elk overlijden gaat gepaard met emoties. Er komt regelmatig 'oud zeer' naar boven. Lukt het niet de nalatenschap af te wikkelen? Dan kan de notaris of een van de erfgenamen erfrechtadvocaat Erik Luursema inschakelen...

Erfrecht

Verplichting tot verkoop in kort geding in de praktijk

Met het arrest van de Hoge Raad van 31 maart 2023 is duidelijkheid geworden dat een vordering tot het (meewerken aan) verdelen van een woning in kort geding mogelijk is. Mijn collega mr. S.M. Wolfert heeft dat...

Artikel